Soggie, het lammetje dat uit logeren gaat.
Het is voorjaar, de tijd dat een geboortegolf over schapeneiland Texel trekt. Duizenden en nog eens duizenden lammetjes worden er geboren. Daar zitten heel wat soggies tussen, liefdevol geadopteerd door menig Texels gezin.
In de lente een bijzonder fenomeen, dartelende en springende lammetjes in de Texelse weilanden. Vol levenslust. Vrolijk mekkerend rennen ze heen en weer, halen hier en daar wat kattenkwaad uit en tussendoor maken ze een paar lenige sprongen.
Na zo’n potje ravotten met je leeftijdsgenootjes krijg je natuurlijk trek. Moeder schaap is meestal dicht in de buurt, met een uier vol verse melk zet ze zich schrap om het jonge spul te zogen. Het is een aandoenlijk gezicht als haar kroost zich onder haar wurmt, een speen opzoekt en met zwaaiende staarten enthousiast begint te slobberen.
Met zo’n volle buik is het heerlijk om een lekker dutje te doen. Behaaglijk tegen de vacht van je moeder, lekker in de zon, liefst in de luwte van een tuunwal. Op z’n Texels gezegd: in het oppertje.
Meestal heeft een moederschaap of ooi twee lammetjes. Maar er worden ook wel drielingen geboren en soms zelfs vier of nog meer. Zóveel lammetjes tegelijk kan moeder schaap niet groot brengen.
Lammetjes die niet bij hun moeder terecht kunnen voor melk worden soggies genoemd. Ze worden met de fles grootgebracht. Elke voorjaar zijn er op Texel heel wat van die soggies. Zóveel dat de boer, die z’n handen al méér dan vol heeft tijdens de lammerij, er zelf niet aan toekomt om al die lammetjes de fles te geven.
In die drukke periode schieten Texelse huishoudens de boer de boer te hulp. Zij nemen één of meer soggies op in het gezin. Zo’n lammetje over de vloer zorgt voor een hoop reuring, vooral kinderen vinden zo’n speelkameraadje maar wat leuk.
Zo kan het gebeuren dat je op menig Texels erf in het voorjaar lammetjes hoort mekkeren. Zeker als ze trek krijgen. Dan kunnen de kinderen aan de slag. Want zo’n soggie moet je wel een keer of zes per etmaal de fles geven.
Wie vaak de fles geeft krijgt veel aandacht van de lammetjes. Wie met een volle fles aan komt zetten, wordt enthousiast begroet door het tijdelijke gezinslid, dat gulzig de fles leeg slobbert.
Gaandeweg ontwikkelt zich een sterke band. Dan wordt zo’n soggie een echt maatje en huppelt enthousiast achter de verzorger aan. Precies zoals het anders dicht bij moeder schaap zouden blijven.
Soggies blijven uit logeren tot ze groot genoeg zijn. Daarna gaan ze weer terug naar de boer, om in het weiland tussen hun broertjes en zusjes zelf hun kostje bij elkaar te schrapen.